Sitemap | Zoeken | Contact |
Albino Luciani > Teksten en toespraken






Angelus-toespraak op 10 september 1978


GEBED EN VREDE

In Camp David, in Amerika, zijn de presidenten Carter en Sadat en de eerste minister Begin aan het werk voor de vrede in het Midden-Oosten. Naar vrede hongeren en dorsten alle mensen, vooral de armen, die in de on­lusten en de oorlogen het meest betalen en het meeste lijden; daarom zien zij met spanning en veel hoop naar de bijeenkomsten van Camp David.

 

Ook de Paus heeft gebeden, heeft laten bidden en bidt, opdat de Heer zich moge gewaardigen deze politici bij hun inspanningen te helpen.

 

Ik heb een zeer goede indruk gekregen door het feit dat de drie leiders openlijk hun vertrouwen in de Heer hebben willen uitdrukken in het gebed. De medebroeders in de godsdienst van president Sadat plegen te zeggen: 'Het is een zwarte nacht en er is een zwarte steen en op die steen zit een kleine mier; maar God ziet haar en vergeet haar niet.' President Carter, een vurig christen, leest in het Evangelie: 'Klopt en u zal worden open gedaan, vraagt en u zal gegeven worden. Geen haar zal van uw hoofd vallen zonder uw Vader in de hemel'. En premier Begin herinnert eraan, dat het Hebreeuwse volk lang moeilijke tijden heeft doorgemaakt en klagend zich tot God heeft gericht: 'Gij hebt ons in de steek gelaten, Gij hebt ons vergeten!' 'Neen - heeft hij geantwoord met de profeet Jesaja - , kan een moeder soms haar eigen kind vergeten? Maar ook al zou dat gebeuren, God zal zijn volk nooit vergeten'.

 

Ook wij hier gevoelen hetzelfde: van de kant van God zijn wij het voorwerp van zijn liefde die nooit vergaat. Wij weten: Hij heeft zijn ogen altijd op ons gevestigd, ook als het nacht lijkt te zijn. Hij is vader; meer nog: Hij is moeder. Hij wil ons geen kwaad doen; Hij wil slechts goed doen aan ons allen.

 

Kinderen, als ze ziek zijn, kunnen er dan des te meer aanspraak op maken om door moeder bemind te wor­den. En ook wij, als wij door ondeugendheid ziek zijn, verdwaald, dan kunnen wij er des te meer aanspraak op maken om door God bemind te worden.

 

Met deze gevoelens nodig ik u uit om te bidden, samen met de Paus, voor ieder van ons, voor het Midden-Oosten, voor Iran, voor heel de wereld.