Sitemap | Suche | Kontakt |
Albino Luciani > Links > Het Vaticaan






 

 

 

1. Overzicht

Stato della Città del Vaticano is met zijn oppervlakte van 0,44 km² de kleinste onafhankelijke staat ter wereld. Deze absolute monarchie ligt in het noordwesten van de Italiaanse hoofdstad Rome. Buiten de staatsgrenzen (exterritoriaal) bevindt zich een aantal pauselijke bezittingen, o.a. de basilieken St.-Paulus-buiten-de-muren, St.-Jan-van-Lateranen (de titelkerk van de Bisschop van Rome), en H. Maria de Meerdere en het pauselijk buitenverblijf Castel Gandolfo. Deze genieten immuniteit (onschendbaarheid), d.w.z. dat ze niet onder de iurisdictie vallen van de Italiaanse staat, maar onder die van Vaticaanstad. Vaticaanstad dankt zijn ontstaan aan de verdragen van Lateranen, die in 1929 tussen de Rooms-Katholieke Kerk (in de persoon van Pius XI) en Italië (vertegenwoordigd door Benito Mussolini) werden gesloten. Er werden drie verdragen ondertekend: een politiek verdrag, dat de volledige soevereiniteit van de Heilige Stoel (Apostolische Stoel) binnen de bij het verdag vastgelegde grenzen van Vaticaanstad erkende, een concordaat over de plaats van Kerk en religie binnen Italië, waarbij het Rooms-Katholicisme staatsgodsdienst werd (herzien in 1978 en getekend in 1984) en een financiële overeenkomst, waarbij de nieuwe staat schadeloos gesteld werd voor het verlies aan grondgebied. De Kerk deed afstand van alle verdere aanspraken op Italiaans grondgebied.

Vaticaanstad, als zodanig, is zetel van het centraal bestuur van de Rooms-Katholieke Kerk, de Heilige Stoel, en wordt door deze geleid. Vaticaanstad en de Heilige Stoel zijn in het volkenrecht gescheiden begrippen. Zij zijn onlosmakelijk verbonden met de persoon van de paus, die zowel staatshoofd is van Vaticaanstad, als hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk.

 

Ook in economisch opzicht bestaat deze scheiding: zowel Vaticaanstad als de Heilige Stoel heeft eigen inkomsten.

Vaticaanstad ligt op de lage heuvels (Montes Vaticani) op de rechteroever van de Tiber. In het Oude Rome werd dit gebied als begraafplaats gebruikt. Volgens de overlevering verrees boven het graf van de apostel Petrus de oude bassiliek gewijd aan Sint-Pieter (vierde eeuw). Onder paus Symmachus (begin zesde eeuw) werd de eerste pauselijke ambtswoning gebouwd. Het huidige Vaticaanstad is een ommuurd complex van paleizen en tuinen. Het wordt gedomineerd door de koepel van de basiliek van Sint-Pieter, de grootste christelijke kerk. Noorderlijk van de Sint-Pieter ligt het eigenlijke vaticaan, met de woon- en werkvertrekken van de paus.

In de Sixtijnse kapel, de huiskapel van de paus, komt bij de verkiezing van een nieuwe paus het College van Kardinalen in conclaaf bijeen. Tussen de kapel en de pauselijke vertrekken liggen de Borgia-appartementen (genoemd naar Alexander VI Borgia) en de Stanze di Rafaello (gedecoreerd door Rafael).

 

2. Samenleving

Vaticaanstad telt ongeveer 1000 inwoners. Als zetel van de Heilige Stoel staat Vaticaanstad geheel ten dienste van de geestelijke zending van de Kerk, die zich richt op alle naties en volkeren, zonder te steunen op enig volk of regime in het bijzonder. Om die reden verleent de Heilige Stoel geen eigenlijke nationaliteit aan de inwoners van Vaticaanstad. De inwoners behouden dus hun eigen nationaliteit, maar kunnen door hun functie en voor de duur van hun functie het Vaticaans burgerrecht krijgen. Een Vaticaans paspoort kan door de Heilige Stoel uitgereikt worden aan iemand die een taak moet vervullen in het buitenland (bijvoorbeeld een Apostolische Nuntius).

De meeste inwoners zijn Italianen; omgangstaal is het Italiaans. In kerkelijke aangelegenheden wordt Latijn gebruikt. De Vaticaanse werknemers zijn georganiseerd in de vereniging van lekenwerknemers in het Vaticaan. Zij hebben afgezien van stakingsrecht. Er zijn vijftien universiteiten en wetenschappelijke instituten.

Hoogste rechtscollege is de Apostolische Signatuur, die o.a. fungeert als hof van cassatie voor vonissen van de H. Romeinse Rota.

De Zwitserse Garde (ca 100 man) is verantwoordelijk voor het handhaven van de orde. De ceremoniële pauselijke erewacht en de paleiswacht werden in 1968 opgeheven, de eigen gendarmerie in 1971.

Vaticaanstad geeft een eigen krant uit: l'Osservatore Romano (sinds 1861), waarin ook de aangelegenheden van de Heilige Stoel behandeld worden. Weekedities verschijnen in een aantal talen, waaronder het Pools. Radio Vaticano beschikt over twee zenders en zendt uit in ruim dertig talen, waaronder het Latijn.

 

3. Staat en Economie

Staatshoofd van Vaticaanstad is de paus. Hij wordt voor het leven gekozen door het College van Kardinalen. Volgens de Grondwet (Regimini Ecclesiae Universae) heeft de paus de volledige wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. In het bestuur wordt hij bijgestaan door een commissie van kardinalen, o.l.v. de kardinaal-staatssecretaris (te vergelijken met de functie van Eerste Minister). Naar buiten wordt hij vertegenwoordigd door een gouverneur. De paus is tevens hoofd van het centraal bestuur van de Rooms-Katholieke Kerk, de Heilige Stoel. In dit bestuur wordt de paus bijgestaan door de Romeinse Curie, die o.a. bestaat uit een staatssecretariaat, negen congregaties en acht bureaus.

De inkomsten van Vaticaanstad vloeien voort uit de uitgifte van postzegels, entreegelden van de musea, slaan van munten en verkoop van o.a. tabak en producten van de pauselijke landgoederen in Castel Gandolfo. De uitgaven bestaan voornamelijk uit de salarissen van de werknemers, onderhoud van gebouwen, aankoop van levensmiddelen en uitgaven t.b.v. de radio en de musea.

De inkomsten van de H. Stoel bestaan o.a. uit de St.-Pieterspenning (jaarlijkse gift van de gelovigen) en collectes. Belangrijke uitgaven zijn die voor de Missieweek. Het bureau APSA (Administratie van het vermogen van de Heilige Stoel) beheert o.a. de investeringen. De Heilige Stoel heeft een eigen bank, de Instituto per le Opere di Religione (Instituut voor Religieuze werken). Deze bank beheert het leeuwedeel van de buitenlandse beleggingen, waarvan de omvang slechts aan zeer weinigen bekend is.

 

4. Geschiedenis

Van 756 tot 1870 viel een deel van Midden-Italië, de Kerkelijke Staat, onder de wereldlijke macht der pausen. In 756 had de Francische koning Pippijn via de Donatio Pippini aan paus Stefanus de politieke macht geschonken over het Hertogdom Rome en enkele andere gebieden. De Kerkelijke Staat breidde zich regelmatig uit, tot in 1527 bij de Sacco di Roma (Verwoesting van Rome) een reactie kwam op deze machtsuitbreiding. De territoriale aftakeling begon bij de Franse Revolutie. De Kerkelijke Staat werd door de Fransen bezet en in 1815 kreeg de paus slechts een deel van zijn gebieden terug. Tijdens de unificatie van Italië annexeerde Victor Emmanuel II het grootste deel van de Kerkelijke Staat. De paus bleef slechts meester van het zogenaamde Patrimonium Petri (Rome en omgeving).

In 1870 trokken Italiaanse troepen Rome binnen. De paus trok zich terug in het Vaticaan. Het jaar daarop werd de Garantiewet aangenomen, waarbij Italië o.a. de paus erkende als soevereine Vorst, aan wie jaarlijks een hoge rente zou worden uitgekeerd. Bovendien zou hij de beschikking krijgen over de paleizen van het Vaticaan, het Lateraan en van Castel Gandolfo. Dit werd door de paus afgewezen. Pas bij de verdragen van Lateranen (1929) werd door paus Pius XI een duurzame oplossing bereikt.

 

Hoewel de paus niet per se een Italiaan hoeft te zijn, is dit wel vrijwel altijd het geval geweest. Na de Nederlandse paus Adrianus VI (1522-1523) werd pas weer in 1978, na de dood van Johannes-Paulus I (Albino Luciani) een niet-Italiaan tot paus gekozen: de Pool Karol Wojtyla, die zich de naam Johannes Paulus II koos.

 

5. Bron

De Hele Wereld in Woord en Beeld.

Uitgegeven in 1987 bij Het Spectrum B.V. en Trendboek B.V.

ISBN-nummer : 11.329.2425.1