Sitemap | Suche | Kontakt |
Albino Luciani > Teksten en toespraken






Toespraak tot de journalisten - 1 september 1978

geluidsfragment in het Italiaans

 

Mijne Heren en geliefde zonen,

Het doet ons genoegen reeds in de eerste week van ons pausambt zulk een hooggekwalificeerde en talrijke vertegenwoordiging van de 'wereld' der sociale cornmunicatiemiddelen te kunnen ontvangen, nu die in Rome bijeengekomen is naar aanleiding van twee gebeurtenissen die voor de Katholieke Kerk en voor de hele wereld van grote betekenis waren: de dood van onze betreurde voorganger Paulus VI, en het conclaaf van enige dagen geleden, waarin op onze nederige en zwakke schouders de geduchte last werd gelegd van de kerkelijke dienst van Opperherder.

Deze ontmoeting, die wij zeer op prijs stellen, stelt ons in staat u te danken voor de opofferingen en de vermoeienissen, die u zich in de maand augustus hebt getroost in dienst van de publieke opinie van heel de wereld - ook uw werk is dienstwerk, en wel een heel belangrijke dienst - door uw lezers, luisteraars en televisiekijkers met de snelheid en directheid die door uw verantwoordelijk en delicaat beroep geëist worden, de mogelijkheid te bieden, deel te nemen aan deze historische gebeurtenissen, aan hun godsdienstige dimensie, aan hun diepe verbondenheid met de menselijke waarden en met de verwachtingen van de hedendaagse maatschappij.

Wij willen u in het bijzonder onze dank betuigen voor de ijver, waarmee u zich in deze dagen hebt ingezet, om de publieke opinie beter bekend te maken met de gestalte, de leer, het werk en het voorbeeld van Paulus VI, en voor de attente gevoeligheid, waarmee u in uw ontelbare berichten en ampele commentaren, zoals ook in de vloed van beelden die u hebt uitgezonden vanuit Rome, getracht hebt de verwachting van deze stad, van de Katholieke Kerk en van heel de wereld die uitging naar een nieuwe herder die de continuïteit zou garanderen van de zending van Petrus, te vatten en over te dragen.

Het Tweede Vaticaans Concilie en onze voorgangers Johannes XXIII en Paulus VI, die wij in dierbare en heilige gedachtenis houden, lieten ons een heilige erfenis na. Zij spoort ons aan tot de belofte van een bijzondere aandacht voor-, en een vrijmoedige, eerlijke en daadwerkelijke samenwerking met de sociale communicatiemiddelen, waarvan u hier de waardige vertegenwoordigers bent. Dat is een belofte die wij u met genoegen doen; wij zijn ons immers bewust van de steeds belangrijker functie, die de sociale communicatiemiddelen zijn gaan innemen in het leven van de hedendaagse mens. We verhelen de risico's van massificatie en nivellering niet, die zulke middelen met zich mee brengen, met de daaruit voortkomende bedreiging voor de geestelijke waarde van het individu, voor zijn vermogen tot persoonlijk nadenken, voor zijn objectief oordeel. Maar wij weten ook, welke nieuwe, gunstige mogelijkheden ze de mens van onze dagen bieden, zijnsgelijken beter te kennen en hun naderbij te komen, hun verlangen naar gerechtigheid, vrede en broederlijkheid meer van nabij te ervaren, diepergrijpende banden van deelneming, verstandhouding en solidariteit met hen aan te knopen met het oog op een rechtvaardigere en menselijkere wereld. Kortom, wij kennen het ideaal, waarop ieder van u, ondanks moeilijkheden en teleurstellingen zijn inspanningen richt als op zijn doel, namelijk door de 'communicatie' te komen tot een waarachtiger 'communie', die al die moeite waard blijkt. Dat is het doel, waarnaar, zoals u wel zult begrijpen, ook het hart verlangt van de plaatsbekleder van Degene, die ons geleerd heeft God aan te roepen als de enige, liefdevolle Vader van ieder mens.

Alvorens aan ieder van u en aan uw gezinnen onze bijzondere zegen te geven, die wij zouden willen uitstrekken tot alle medewerkers van de informatiecentra die u vertegenwoordigt, persagentschappen, nieuwsbladen, radio en televisiemaatschappijen, zouden we u willen zeggen, hoeveel achting wij hebben voor uw beroep en hoezeer wij er voor zullen zorgen u faciliteiten te geven voor uw nobele, maar moeilijke taak, in de geest van de richtlijnen van het Concilie-decreet 'Inter mirifica' en van de Herderlijke Instructie 'Communio et progressie'.

Bij gelegenheid van buitengewone gebeurtenissen of van de publicatie van belangrijke documenten van de Heilige Stoel, zult u dikwijls de Kerk ten tonele voeren en ter sprake brengen, soms zult u ons nederig dienstwerk van commentaar moeten voorzien; wij zijn er van overtuigd, dat u dit zult doen met liefde voor de waarheid en met eerbied voor de waardigheid van ieder mens; dat is immers het doel van elke sociale communicatie. Wij vragen u, dat ook u uw bijdrage wilt leveren om in de hedendaagse samenleving die hoogachting te bewaren voor het goddelijke, en voor de geheimnisvolle betrekking tussen God en ieder van ons, die in de menselijke werkelijkheid de dimensie van het heilige uitmaakt. Weest zo goed, begrip te tonen voor de diepere redenen, waarom de Paus, de Kerk en haar herders in de uitoefening van hun apostolisch dienstwerk soms om een geest van offervaardigheid, edelmoedigheid, zelfverloochening moeten vragen voor de opbouw van een rechtvaardige, liefdevolle en vreedzame wereld. Met de zekerheid, ook in de toekomst de geestelijke verbondenheid te bewaren, die in deze samenkomst een aanvang nam, verlenen wij u van ganser harte onze Apostolische Zegen.