Sitemap | Zoeken | Contact |
Albino Luciani > Teksten en toespraken






Angelus-toespraak op 24 september 1978



HET GEWELD

Gisterenmiddag ben ik naar de Sint Jan van Lateranen gegaan. Dank zij de Romeinen en de welwillendheid van de burgemeester en van vertegenwoordigers van de Italiaanse regering is het voor mij een prettige ervaring geworden. Niet prettig, maar integendeel verdrietig was dat ik enkele dagen geleden uit de kranten vernam, dat een Romeinse student om een onnozele reden in koelen bloede is vermoord. Het is een van de tal­rijke gevallen van gewelddadigheid, waardoor onze arme en onrustige maatschappij voortdurend wordt geteisterd.

 

Dezer dagen trok ook weer de aandacht het geval van Lucas Locci, een jongetje van zeven jaar, dat drie maanden geleden is ontvoerd. De mensen zeggen soms: 'We leven in een gemeenschap die door en door verpest en eerloos is'. Dat is niet zo. Er zijn nog zoveel goede mensen, zoveel eerlijke mensen. Laten wij ons eerder afvragen: 'Wat doen we om de gemeenschap te verbeteren?'

 

Ik zou zeggen: laat ieder van ons proberen om zelf goed te zijn en de anderen aan te steken met een goedheid die doortrokken is van de zachtmoedigheid en de liefde die Christus ons heeft geleerd. De gouden stelregel van Christus was: 'Aan anderen niet doen wat ge niet wilt dat aan u gebeurt; voor de anderen doen wat ge wilt dat aan u gedaan wordt. Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig en ootmoedig van hart ben.' Hij heeft altijd gegeven. Aan het kruis heeft Hij niet alleen die hem kruisigden vergeven, maar Hij heeft hen verontschuldigd. Hij heeft gezegd: 'Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen.' Dat is christendom, dat zijn gevoelens, die - wanneer ze in de praktijk worden gebracht, de maatschappij een heel stuk zouden helpen. Dit jaar is het 30 jaar geleden dat George Bemanos, stierf, een groot katholiek schrijver. Een van zijn meest bekende werken is 'Gesprekken van de Karmelitessen'. Het is een jaar na zijn dood gepubliceerd. Hij heeft het geschreven, gebruik makend van een verhaal van de Duitse schrijfster Getrud von Le Fort, en hij schreef het voor het theater. Het is een toneelstuk geworden, ook op muziek gezet en daarna verfilmd en verschenen op de schermen van heel de wereld. Dat is bekend. De gebeurtenissen in dat stuk zijn echt historisch. Paus Pius X, in 1906, heeft hier in Rome de zestien Karmelitessen van Compiègne zalig verklaard als martelaressen van de Franse revolutie.

 

Bij hun proces luidde de veroordeling: 'ter dood wegens fanatisme'. Een van de zusters vroeg in haar eenvoud: 'Mijnheer de rechter, neemt u mij niet kwalijk, maar wat wil dat zeggen, fanatisme?' 'Dat is die stommiteit van jullie om de godsdienst aan te hangen', was het antwoord. 'O, zusters - heeft toen de zuster gezegd - hebt u het gehoord, ze veroordelen ons om onze gehechtheid aan het geloof. Wat een geluk: sterven voor Jezus Christus!' Ze werden uit de gevangenis van de Conciërgerie naar buiten geleid en op het fatale karretje geladen. Onderweg zongen ze religieuze liederen. Aangekomen op het schavot waar de guillotine stond, knielden ze een voor een neer voor de priorin en hernieuwden hun gelofte van gehoorzaamheid. Daarna begonnen ze het 'Veni Creator' te zingen. De zang werd langzaamaan minder krachtig als de hoofden van de zusters een voor een onder de guillotine vielen. Als laatste bleef de priorin, zuster Theresia van St. Augustinus, en haar laatste woorden waren: 'De liefde zal altijd winnen, de liefde kan alles'.

 

Ziedaar het juiste woord, niet het geweld kan alles, maar de liefde kan alles. Laten wij de Heer om de genade vragen dat een nieuwe golf van liefde jegens de naaste deze arme wereld moge overspoelen.

 





 

_____________________