25 augustus 1978 - De kardinalen gaan in conclaaf. Ze worden vanavond opgesloten door “het triumviraat” dat de vroegere maarschalk en de gouverneur van het conclaaf vervangt: markies Sachetti, ik en de commandant van de Zwitserse garde: “het triumviraat” dat de vroegere maarschalk en de gouverneur van het conclaaf vervangt.
Enkele opmerkingen over de omstandigheden waarin de kardinalen zijn opgesloten: vergrendelde ramen (in Rome in augustus!), gebrek aan toiletten en moderne sanitaire voorzieningen, gewitte ruiten om het doorkijken te beletten… Het lijkt wel een andere tijd, beledigend voor de “gevangenen”. Nochtans is het een “open” paus die de verordening over het conclaaf nog strenger heeft gemaakt dan de vorige… Baggio, Bertoli, Pignedoli, Siri …veel namen doen de ronde… In “La Croix” pleit pater Congar openlijk en in niet mis te verstane termen voor Willebrands die nochtans weinig kans maakt.
27 augustus 1978 - Na amper 24 uur conclaaf en 4 stemronden werd gisteravond om 18 uur , helemaal onverwacht, Luciani, de kardinaal patriarch van Venetië, Johannes Paulus I verkozen. Een van de kardinalen merkte terloops op "De wereld zou verbaasd zijn als het aantal stemmen bekend was! Het is waarlijk de hand van God! (digitus Dei est hic!)" Men had echt nood aan een “religieus” man en niet aan een “politiek” iemand. De nieuwe paus heeft mij herinnerd (ik was het vergeten) dat we elkaar voor het eerst hadden ontmoet in Lourdes toen we retraites preekten voor zieke priesters, hij in het Italiaans, ik in het Frans.
Met Felici, een advocaat, hebben we met de sleutels die kardinaal Villot ons had gegeven het appartement van de paus geopend, we hebben de zegels verbroken, doen poetsen en de vensters open gezet. Op de middag heb ik de nieuwe paus vergezeld naar de loggia voor het Angelus. Hij zegde eerst een paar woorden over zijn verkiezing en over de betekenis van zijn dubbele naam. Daarna heeft hij alleen met kardinaal Villot geluncht en dan zijn we hem komen halen om hem naar zijn appartement te brengen. Daar hebben we hem achtergelaten in het gezelschap van zijn secretaris Don Diego en van de broers Gusso, de oud-dienaars van paus Johannes en van Paulus VI.
Hij wil geen tiara voor zijn kroning en laat de formule Scias te esse regem regum… veranderen om te benadrukken dat hij de dienaar van de dienaars van God is (servus servorum dei)
28 augustus 1978 – Kleine audiëntie gisteravond om een aantal details te regelen (wapenschild, kroning, audiëntie met kardinaal Villot…) Hij was klaar met zijn brevier en bad zijn paternoster. Hij had eerst de kranten doorgenomen en veel fouten in zijn curriculum vitae gevonden. Hij stelde voor dat l’Osservatore Romano hem de drukproeven zou tonen voor publicatie ( voor de eer van de krant!) Voor zijn kroning, geen sprake van tiara noch van intronisatie. Hij wil gewoon “ het officiële begin van zijn pastorale opdracht (l’inizio ufficiale del suo servizio pastorale)” Lachend vraagt hij mij hoe hij moet doen om paus te lijken: “Ik heb heel mijn leven catechese gegeven aan kinderen. Wat een verandering!”
Het volk had leuke reacties op zijn toespraak van gistermiddag. Een kind zei: “E’ buono, e non è noioso!” ( hij is goed en niet vervelend!) Men waardeerde zijn nederigheid, zijn eenvoud , zijn directe taal. Van zijn kant heeft hij aan de kardinalen die hem hadden verkozen gezegd: “Dat God jullie vergeve wat jullie zopas hebben gedaan!” Dit was een herinnering aan Sint Bernardus na de verkiezing van zijn leerling Eugenius III: Parcat vobis Deus…
28 augustus 1978, 16 uur – Nieuw onderhoud met de paus en Monseigneur Noé i.v.m. de ceremonie van zondag. Geen sedia! (quando saro vecchio!- als ik oud ben!) Hij wil niemand anders in zijn dagelijkse mis als de zusters en zijn secretaris Don Diego met wie hij concelebreert. Waarom zouden de twee dienaars (Gusso) zo vroeg moeten opstaan? Hanno famiglia!
Eigenlijk heeft de paus traditioneel geen herdersstaf maar Paulus VI droeg een herdersstaf - eigenlijk een kruis - als hij in het publiek verscheen. Johannes Paulus I ziet er een middel in om zich een houding te geven als hij niet weet wat met zijn handen doen. Uiteindelijk vraagt hij onze mening. Noé zegt dat hij ervoor is, ik zeg dat ik er tegen ben: “Zie me hier nu staan als de ezel van Buridan! (Eccomi come l’asino di Buridano!)” Hij beslist uiteindelijk er een te nemen.
Hij laat zich niet beetnemen door de volksbijval. Hij denkt aan het gejuich voor Pius IX in 1846: “E poi vennero le croci!… Per me le prime sono già venute. (En dan kwamen de kruisen! Voor mij zijn de eerste al gekomen.”
30 augustus 1978 – Audiëntie voor de kardinalen. Hij zegt geen woord van zijn voorbereide tekst en begint met zich te verontschuldigen omdat hij gezegd heeft “Dat God u vergeve!” Hij had daarmee geen enkele kwade bedoeling. Daarna geeft hij toe dat hij absoluut niets kent van de curie en van het beheer van de Kerk: hij is de Annuario pontifico beginnen door te nemenom te leren… Hij hoopt dat de curiekardinalen barmhartige Samaritanen zullen zijn voor hem.
Hij komt terug op de verrassing van zijn verkiezing: hij heeft aanvaard het kruis op zich te nemen dat het hunne had kunnen zijn. Aan kardinaal König van Wenen zegt hij “Le ho un po rubato il posto! – ik heb u een beetje de post afgenomen!” Hij verwijst naar vroegere ontmoetingen met de kardinalen (in Venetië).
1 september 1978 – Audiëntie voor de journalisten. Aan de voorbereide tekst voegt hij twee uitweidingen toe. Eerst nodigt hij hen uit om de Kerk van binnenuit te oordelen. Hij citeert de ontmoeting van Napoleon III met de koning van Pruisen.: de journalisten wilden niet weten wat ze hadden gezegd maar waren geïnteresseerd in de kleur van hun broek en in het merk van hun sigaretten.
De tweede excursus gaat over Sint Paulus die, naar het zeggen van kardinaal Mercier in deze tijd journalist zou worden. Hij zou vandaag zelfs meer doen: hij zou aan de RAI meer zendtijd vragen voor religieuze dingen.
7 september 1978 – Gisteren eerste algemene audiëntie. Johannes Paulus I heeft een nieuwe stijl: hij roept een kind bij zich. Daarenboven is het geen toespraak meer maar een zeer levendige en soms kleurrijke dialoog.
Daarna richt hij zich tot de groepen. Bij pas gehuwden citeert hij de woorden van Montaigne over het huwelijk vergeleken met een kooi: diegenen die buiten zijn doen alles om erin te geraken, diegenen die erin zijn doen alles om eruit te geraken!…
Vanmorgen ontvangt hij de Romeinse clerus en spreekt uit overtuiging over grande disciplina.
Er gebeurt iets tragisch: de plotse dood van de orthodoxe aartsbisschop Nikodim tijdens zijn audiëntie. De paus vertrouwt ons toe dat hij heel erg getroffen is door de stichtende woorden van deze orthodoxe bisschop over de Kerk een paar minuten voor zijn dood. Nooit had hij zo iets ontroerends gehoord!
Nederig onderwerpt hij zich aan de obligate fotosessies: officiële foto’s rechtstaand en zittend . Zijn commentaar: “Ecco Arlequino finto principe! (Ziehier Arlekijn verkleed in prins!)
Hij komt ervoor uit dat hij honger heeft gehad als kind: hij leeft mee met de lijdenden!
Wanneer ik me verbaas dat hij zoveel gelezen heeft (Twain, Rabelais!…)vertelt hij mij dat hij maanden in klinieken en hospitalen heeft doorgebracht en dat hij daar niets beters te doen had dan lezen.
13 september 1978 - Nieuwe algemene audiëntie. Hij heeft de sedia aanvaard.
Met de jonggehuwden spreekt hij over de woorden van Lacordaire tot Ozaman “in de val van het huwelijk gevallen” Hij citeert Pius IX: “Ik wist niet dat onze Heer zes sacramenten en een val had ingesteld!” Voor de anderen draagt hij uit het hoofd een gedicht van Trusilla voor. Vanmorgen: bandopname van een Spaanse tekst.(Ecco lo scolaretto… Arlecchino finto spagnuolo!)
29 september 1978 – Plotse dood van Johannes Paulus I. Verstomming! (Hij werd dood aangetroffen in zijn bed om half zes ’s ochtends.)
4 oktober 1978 – Begrafenisplechtigheid op het Sint Pietersplein, deels in de regen: de beslissing werd vanmorgen genomen (Monseigneur Caprio, Noé en ikzelf) ondanks de dreigende regen . Men wilde de enorme volksmassa die niet binnenkon niet ontgoochelen en eventuele vergelijkingen met de begrafenis van Paulus VI vermijden.
Drieëndertig dagen pontificaat. “De tijd van een glimlach” zo drukte een journalist het zeer mooi uit.
Doodsoorzaak: infarct of hersenbloeding, misschien veroorzaakt doordat hij zich plots bewust werd hoe zwaar zijn taak wel was. We kunnen niets anders doen dan herhalen wat hij zelf zei bij de dood van een dierbare: “Aan God stel je geen waarom vragen. We moeten ons afvragen wat we nu moeten doen.”
Hij had veel gelezen en veel onthouden, hij was een geestig man. Zelfs onmiddellijk na zijn verkiezing kwam hij humoristisch uit de hoek toen een Spaans kardinaal hem de toestemming vroeg om te roken aan tafel: “ Ja, zei hij, maar witte rook!”
De “Lachende paus” wordt overal betreurd. Wij hebben veel betraande ogen gezien bij de tienduizenden mensen die de laatste dagen in Sint Pieter zijn lichaam hebben begroet. Zoals van Leo XI die in 1605 slechts 26 dagen regeerde kunnen we van hem zeggen dat hij “eerder getoond dan gegeven was” (aan de Kerk): magis ostensus quam datus; maar op die paar weken heeft hij alle harten veroverd.
November 1991 – Zelfs na zoveel jaar blijft zijn dood een mysterie. Men heeft veel dwaasheden gezegd en geschreven over zijn dood, zelfs dat hij zou vergiftigd zijn door kardinaal Villot!
Maar daar is het mysterie niet te zoeken. Paus Luciani had dikwijls, zelfs in publieke audiënties gezegd dat zijn hart zwak was en dat hij veel maanden van zijn leven in hospitalen had doorgebracht. Mag men aannemen dat de kardinalen die hem hebben verkozen daar niets van wisten? En als ze het wisten hoe hebben ze dan kunnen die zware taak aan een hartlijder opleggen? Het mysterie van zijn verkiezing is echt wel groter dan dat van zijn dood.