Sitemap | Zoeken | Contact |
Albino Luciani > Getuigenissen en anekdotes






Interview met kardinaal Bernardin Gantin (2003)


Wie is kardinaal Barnardin Gantin

 

De kardinaal Bernardin Gantin, emeritus deken van het College der kardinalen, herinnert aan de vreugde van de kardinalen na de verkiezing van Johannes Paulus I

 

Door Gianni Cardinale

 

Ik heb het al vaak gezegd, en ik kan het niet genoeg herhalen; Paulus VI vervult mijn hart en ziel van Afrikaanse bisschop ten zeerste. Met veel eerbied en genegenheid noemen wij hem “Paulus VI de Afrikaan”: hij was de eerste opvolger van Petrus die een voet zette op het Afrikaanse continent. Hij deed het tijdens de zomer van 1969, en gaf ons een belangrijke boodschap: het uur is aangebroken, zij hij, waar u de gelegenheid is geboden, en als ware zelfs een plicht om een Afrikaans christendom te stichten, u bent daar verantwoordelijk voor. Voor ons dus, Afrikaanse mensen betekende zijn overlijden een diepe wonde. Kardinaal Bernardin Gantin, een en tachtig jaar oud, is nog steeds ontroerd bij de herinnering aan de paus Paulus VI, alsook bij vermelding van Johannes Paulus I. In 1978 was hij pas een jaar tot kardinaal benoemd en verzekerde taken bij de Curie (pauselijke regering) sommige taken sinds zeven jaar lang al. Hij was vanaf 1956 tot 1960 hulpbisschop, daarna, vanaf die datum, aartsbisschop van Cotonou, in zijn geboorteland Benin. Achteraf, ging hij vanaf 1984 tot 1998 aan het hoofd staan van de Congregatie der bisschoppen, en vanaf 1993 tot november 2002 was hij deken van het College der Kardinalen. Huidig is hij emeritus deken op rust, en opnieuw in Afrika. Om de zomer 1978 in herinnering te brengen, heeft "30giorni" hem telefonisch geïnterviewd te Parijs waar hij momenteel herstelt voor enkele dagen.

 

Wat herinnert u zich van de 6 augustus 1978, dag waarop Paulus VI overleden is?

Kard. Gantin: Ik was op weg naar Nieuw Caledonië waar ik de plechtigheid van Maria’s Hemelvaart diende op te dragen op 15 augustus. Ik verbleef te Wellington in Nieuw Zeeland wanneer in de ochtend de nuntius Angelo Acerbi mij het verschrikkelijke nieuws kwam melden. Ik zwijg over feit hoe geschrokken ik was. Men wist dat Paulus VI vermoeid was, maar niet tot dat punt… Ik stelde het vervolg van mijn reis uit. Ik ging samen met de nuntius en Reginald J. Delargey, die toen kardinaal was, het nieuws van het officiële overlijden van Paulus VI aankondigen bij de eerste minister. Ik zal nooit, maar ook nooit, de uitgesproken woorden van die man vergeten, een niet katholiek, die weinig voordien in privé-audiëntie door de paus ontvangen werd. Paulus VI is dood maar ik vergeet nooit mijn laatste bezoek aan het Vaticaan, ik voel steeds in mijn handen, de warmte uitstraling van zijn hart. Is dit niet mooi uitgedrukt!

 

Daarna keerde u terug naar Rome?

Kard. Gantin: Onmiddellijk. Ik herinner me op het vliegveld van Fiumicino dat een menigte journalisten de kardinalen afkomstig uit de hele wereld opwachtten. Een van hen nam mijn valies op, en begon allerlei vragen te stellen. Hij vroeg me zelf voor wie ik ging stemmen tijdens het conclaaf! Natuurlijk antwoordde ik dat ik het niet wist, en indien ik dat wel zou weten, het hem toch niet zou verklappen…

 

U nam deel te Rome aan de overlijdensplechtigheid van Paulus VI…

Kard. Gantin: Dat was voor mij een beangstigend moment, hevig biddend, van ontroering, in communio met mijn Afrikaanse volk; Paulus VI, in 1971, had mij de grote eer geboden om met hem samen te werken bij de leiding van de Universele Kerk.

 

Wat kunt u vertellen betreffende het conclaaf van 1978?

Kard. Gantin: Het was zeer warm. Zeker in het Apostolisch Paleis. De mooie Domus Sanctae Martae, speciaal uitgekozen bij deze gelegenheid, bestond nog niet. Wij vergaderden beangstigd en bevreesd samen. Maar de Heilige Geest heeft ons spoedig antwoord bezorgd om een opvolger te krijgen voor Paulus VI. Hij gaf ons een paus afkomstig uit Venetië, en die, vooraleer in conclaaf te treden, aan zijn bestuurder gezegd zou hebben: “onze wagen rijdt niet al te best, laat hem herstellen, zodanig dat als het conclaaf ten einde loopt, wij onmiddellijk naar huis kunnen keren”. Maar hij keerde niet meer huiswaarts terug. Hij slaapt nog steeds in de St. Pieters Basiliek.

 

Kende u al Luciani als patriarch van Venetië?

Kard. Gantin: Niet strikt persoonlijk. Ik had hem ontmoet in Venetië voor een oecumenische vergadering. Het was een beminnelijk, eenvoudig, bescheiden man. Ik herinner mij dat hij alle deelnemers, en dat waren er veel, wenste uit te nodigen bij het ontbijt, en wij waren nogal dicht op elkaar geplakt aan tafel… ik vernam bij deze gelegenheid dat hij Burundi destijds bezocht had.

 

Wisselde u een paar woorden met hem na zijn verkiezing?

Kard. Gantin: Er was een maaltijd met alle kardinalen voorzien, en hij ging van tafel tot tafel om iedereen te begroeten. Ik herinner mij niet meer wie met mij aan tafel zat, maar allen waren zeer tevreden.

 



U was de enige die curiale benoeming gekregen heeft van Johannes Paulus I tijdens zijn kort pontificaat. Op 4 september inderdaad, benoemde de paus u tot voorzitter van de Pontificale Raad “Cor Unum” waarvan u tot dan “pro-voorzitter” van was. Daarbij ontving Johannes Paulus I u in audiëntie op 28 september, laatste dag van zijn pauselijk ambt.

Kard. Gantin: Ja, het was de laatste verleende audiëntie tot hoofd van een “dicasterio”. Wij waren met vier: de paus, de secretaris van “Justizia en Pax”, de jezuïet Roger Heckel, de persoon uit “Cor Unum”, de dominicaan Henri de Riedmatten en ikzelf. De drie anderen leven niet meer, ik ben de enige overblijvende van die vergadering. Ik herinner mij dat bij die gelegenheid de paus mij verteld heeft, dat hij, vooraleer naar Rome te komen, beloofd had naar Piombino Dese, een dorp uit het bisdom van Trevise, te gaan, om bezoek te brengen aan de parochie die geleid was door Aldo Roma. Deze belofte kon hij niet waarmaken, en verzocht mij, in zijn plaats deze parochie te bezoeken. Ik heb dat gedaan, en vandaar de nauwe band met Piombino Dese en mezelf. Ik ben er ereburger van uitgeroepen. Een nauwe band ter nagedachtenis van de paus die ons samen bracht.

 

Hoe vernam u het overlijden van Johannes Paulus I?

Kard. Gantin: Ik vernam het op wat tegenstrijdige wijze. Al was ik een geestelijke, een priester, uit het Vaticaan, melde men mij het nieuws van buitenaf. Het was ongeveer 6u30, op 29 september, en bereide mij voor om de mis op te dragen, toen plots een van mijn vrienden in Zwitserland mij opbelde om te zeggen dat de paus overleden was. Ik stond er versteld bij. Maar hoezo?, is de paus overleden?, hij heeft me gisteren nog ontvangen…

 

Hoe vond u hem tijdens het audiëntiegesprek?

Kard. Gantin: Heel goed. Het is hij die de stoelen verplaatst heeft om iedereen op de foto, die men aan het nemen was, te krijgen. Ik heb deze foto nog in bezit, en bewaar ze als het kostbaarste goed. Niemand kon zich inbeelden dat een paar uur later hij naar eeuwig leven zou vertrekken, aan de zijde van Onze Lieven Heer.

 

U nam naderhand deel aan het conclaaf van 1978. De boeken die over dit conclaaf handelen, schrijven u zekere uitspraken bij deze gelegenheid toe, namelijk: de kardinalen zijn van streek en zoeken in de duisternis naar wat ze moeten doen…

Kard. Gantin: wij waren geschrokken van het overlijden van Johannes Paulus I. Het waren momenten van grote ontreddering, wij voelden ons als weeskinderen, wij waren diep bedroefd. Maar wij bleven hopen. De Heilige Geest die ons bijgestaan had, kon ons niet verlaten.

 

De Congregatie tot Heiligverklaring gaf de “nulla osta” tot opening van het proces tot zaligverklaring van Johannes Paulus I…

Kard. Gantin: Ik verblijf niet meer in Rome, ik maakte deel uit van deze eerbiedwaardige Congregatie. Ik kan mij dus niet uitspreken. Het Iter in dit geval is zeer traag en voorzichtig. Maar indien ik een advies moest geven, dan zou ik herinneren, dat Luciani een man was die tot model kon voorgesteld worden en als voorbeeld aangesteld tot volledige aansluiting bij God’s wil. Zelfs al deed deze gehoorzaamheid leiden naar de pijn in de stilte van ons hart en het gevoel van nederigheid en zwakheid tegenover de grote verantwoordelijkheden waar men toe geroepen kan zijn.

 

Wat kan dan de betekenis zijn van een dergelijk kort pontificaat als die van Johannes Paulus I?

Kard. Gantin: Het is de Heer die beslist. De mensen stellen voor, maar Gods wegen beslissen. Zeker is, dat dit pontificaat wel een betekenis had, zowel huidig als voor de toekomst. Het korte termijn belet geen vruchtbaarheid. Het is voor mij een hele ervaring geweest: zich laten begeleiden door de Heilige Geest, en niet door onze standpunten en persoonlijke gevoelens.