Homilie van kardinaal Albino Luciani voor de Paaswake, Venetië, 21 april 1973.
Christus is gestorven om onze zonden,... volgens de Schriften, en dat Hij begraven is, en opgestaan is op de derde dag,... volgens de Schriften; en dat Hij is verschenen aan Kefas en daarna aan de twaalf. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nog in leven zijn; sommigen echter zijn gestorven. Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. Het laatst van allen, als aan een misgeboorte, is Hij ook verschenen aan míj. Ik ben immers de minste van de apostelen, niet waard om apostel te heten, want ik heb de kerk van God vervolgd. (1 Ko 15, 4-9) Paulus gebruikt hier tot vier maal toe het werkwoord verschijnen en dringt aan op de visuele perceptie. Welnu, het menselijke oog kan niet binnen inkijken maar wel iets van buitenaf opmerken, een werkelijkheid die verschillend van ons is, die zich van buiten aan ons oplegt. Dat sluit de stelling van het droombeeld uit, waarvan, trouwens de apostelen de eerste waren het te vrezen. Ze dachten inderdaad eerst, dat het een geest was en niet de werkelijke Jezus, zelf dat Hij hen diende te verzekeren: «Waarom zijn jullie zo in de war? Waarom die twijfel in je hart? Zie mijn handen en voeten, Ik ben het! Voel maar en geef u rekenschap dat een geest geen lichaam of gebeente heeft zoals u kunt afleiden!» (Lucas 24, 38) Zij geloofden het nog niet tot Jezus sprak, en vroeg: «Hebben jullie hier iets te eten? Ze gaven Hem een stukje gebakken vis. Hij nam het en at het voor hun ogen op» (Lucas 24, 41-43). Het oorspronkelijke ongeloof is niet het feit van Thomas maar van alle apostelen, gezonde mannen, stevig, realistisch, allergisch voor alle wegdromerij, en die zich pas overgaven aan de duidelijke werkelijkheid.
Met zulk menselijk materiaal, was het ook hoogst onwaarschijnlijk, te kunnen overstappen van een verrezen Christusbeeld, die spiritueel verdiende te leven in het hart bij wijze van gedachteoverdenking en geestdrift. Anderzijds, na de dood van Christus, in plaats van geestdrift viel er alleen maar ontmoediging en teleurstelling te bespeuren bij de apostelen. Bovendien, achteraf, ontbrak ook de tijd: het is niet op vijftien dagen tijd dat een groep mensen die speculeren niet gewoon waren, zomaar plots in blok van mentaliteit veranderen zonder sterk bewijsmateriaal!