Ik ben zeer dankbaar voor uw oprechte woorden van respect, mede in naam van uw collega’s van de Stadsadministratie en heel de bevolking van de stad Rome, tijdens mijn tocht vanuit mijn verblijf op het Vaticaan naar de kathedraal van St. Jan van Lateranen.
De burgerlijke stad
Deze tussenstop, aan de voet van het Capitool, heeft een speciale betekenis voor mij, niet alleen vanwege het historisch belang voor het burgerlijke Rome en het Christelijk Rome samen, maar ook omdat het me toestaat een eerste direct contact te hebben met de verantwoordelijken voor het stadsleven en zijn goede gang van zaken. Daarom is dit een goede gelegenheid om hen hartelijk te groeten en het beste toe te wensen.
Vooral de problemen van de stad, waarop u bezorgd hebt gezinspeeld, trekken mijn aandacht en raken me. Het zijn ernstige problemen ten gevolge van armoede. Vaak van menselijke en familiale drama's en ze moeten dringend worden aangepakt.
Als bisschop van de stad - mijn belangrijkste pastorale taak - voel ik dit des te scherper aan. Vanuit de specifieke morele en spirituele aard van mijn taak voel ik mij geroepen om samen met u die noden al was het maar te lenigen.
Dit is niet enkel mijn persoonlijke mening. Ik spreek ook in naam van "de kinderen van Gods kerk" hier in Rome, van mijn medewerkers, de bisschoppen, de priesters en de religieuzen, de leden van de katholieke verenigingen en alle gelovigen die op verschillende manieren betrokken zijn bij pastoraal, opvoeding, hulpverlening en onderwijs.
De Christelijke stad
Het doet mij genoegen dat ik een echo van hoop heb opgevangen in uw woorden. Tijdens de algemene audiëntie van vorige woensdag heb ik eraan herinnerd dat de hoop voor ons gelovigen een vaste deugd en een uitgelezen geschenk van God is.
Moge de hoop in ieder van ons en - daar vertrouw ik op - in alle stadsgenoten van goede wil energie en ideeën opwekken.
Moge ze inspireren tot initiatieven en voorstellen om die problemen behoorlijk op te lossen.
Dan zal Rome metterdaad trouw blijven aan bij uitstek Christelijke idealen: honger en dorst naar gerechtigheid, actieve bijdrage tot de vrede, opperste waardigheid van de menselijke arbeid, eerbied en liefde voor medebroeders, onvoorwaardelijke solidariteit met de zwakkeren.