Sitemap | Zoeken | Contact |
Albino Luciani > Teksten en toespraken






Toespraak tijdens de algemene audiëntie op woensdag 6 september 1978

"De nederigheid"


geluidsfragment in het Italiaans

 

Rechts en links van mij zijn hier kardinalen en bisschoppen, mijn medebroeders in het bisschopsambt. Ik ben slechts hun oudere broer. Mijn hartelijke groet aan hen en aan hun bisdommen.

 

Het is juist een maand geleden dat in Castelgandolfo Paulus VI stierf. Hij was een grote Paus, die in 15 jaren enorme diensten heeft bewezen aan de Kerk. De gevolgen kan men gedeeltelijk reeds overal zien, maar ik geloof, dat men ze vooral zal kunnen zien in de toekomst. Iedere woensdag kwam hij hier en sprak tot de mensen.

 

In de Synode van 1977 verklaarden verschillende bisschoppen: "De woensdagse toespraken van Paus Paulus zijn een echte catechese, aangepast aan de moderne wereld". Ik zal proberen hem na te volgen in de hoop, dat ook ik de mensen enigszins zal kunnen helpen om beter te worden. Maar om goed te zijn moet men een juiste houding hebben tegenover God, tegenover de naaste en tegenover onszelf. Tegenover God is de juiste houding die van Abraham, die zei: "Ik ben slechts stof en as tegenover U, o Heer!" Wij moeten ons klein voelen tegenover God. Wanneer ik zeg: 'Heer ik geloof', dan schaam ik mij niet mij te voelen als een kind tegenover zijn moeder; men gelooft moeder; ik geloof in de Heer, aan wat Hij mij heeft geopenbaard. De geboden zijn wat moeilijker, soms veel moeilijker om te onderhouden. Maar God heeft ze ons gegeven niet in een wispelturige bui, niet in Zijn belang, maar uitsluitend voor ons bestwil.

 

Iemand ging eens een auto kopen bij een vertegenwoordiger. Deze gaf hem een uiteenzetting: "Let goed op, de wagen doet het uitstekend, behandel hem goed! Benzine "super" in de tank en voor de koppelingen echt goede olie." Maar de koper antwoordde: "O nee, ik verdraag nog niet eens de lucht van benzine en evenmin van olie; in de tank doe ik mousserende wijn, daar houd ik van, en de koppelingen zal ik smeren met marmelade." "Doe zoals je wilt, zei de verkoper, maar kom later niet klagen, als je in een sloot bent geraakt met die wagen van je!" De Heer heeft net zo iets met ons gedaan: Hij heeft ons dit lichaam gegeven bezield met een intelligente ziel, een goede wil. Hij heeft gezegd: dit is een goede machine, maar je moet haar goed behandelen.

 

Kijk nu naar de geboden. Eert uw vader en uw moeder, niet doodslaan, niet kwaad worden, wees fijngevoelig, niet liegen, niet stelen...

 

Als wij in staat zouden zijn de geboden te onderhouden, zouden wij er beter aan toe zijn en zou ook de wereld er beter aan toe zijn.

 

Vervolgens is er de naaste.... maar de naaste is er op drie niveaus: sommigen staan boven ons, sommigen op ons niveau, anderen op een lager. Boven ons staan onze ouders. De catechismus zei: hen eerbiedigen, hen beminnen, hen gehoorzamen. De Paus moet de leer benadrukken van de gehoorzaamheid van de kinderen jegens hun ouders. Men zegt mij, dat er hier misdienaars zijn uit Malta.

 

Laat er eentje hier komen alstublieft. De misdienaars uit Malta, die hier een maand dienst hebben gedaan in de Sint Pieter. Jij dus, hoe heet je? - James! James, luister, ben je wel eens ziek geweest? - Neen. Ah, nooit? - Neen. - Nooit ziek geweest? - Neen. Zelfs geen koorts? - Neen. - O, wat een bofferd! Maar als een kind ziek is, wie is het, die hem dan wat eten brengt, of wat medicijn? Is dat niet moeder? Als je later groot bent en moeder is oud, en jij bent een grote man en je arme moeder ligt ziek op bed, wie zal aan moeder wat melk brengen en de medicijn? Wie? - Ik en mijn broers. - Goed zo! Hij en zijn broers heeft hij gezegd. En daar ben ik blij mee. Heb je het begrepen? Maar zo gebeurt het niet altijd. Ik ging, als bisschop van Venetië, soms op bezoek in de tehuizen van de daklozen. Eens vond ik er een zieke, oude vrouw: "Hoe maakt u het, mevrouw - "Och, het eten, dat is goed! Warm? Verwarming Goed." - Dus, u bent tevreden, mevrouw?" - "Neen." - Ze begon te huilen. "Maar waarom huilt u?" "Mijn schoondochter, mijn zoon, die komen mij nooit opzoeken. Ik zou mijn kleinkinderen willen zien."

 

Het is niet genoeg voor warmte en eten te zorgen, er is ook het hart; men moet ook denken aan het hart van onze oudjes. De Heer heeft gezegd, dat de ouders moeten worden geëerbiedigd en bemind, ook als ze oud zijn. En behalve de ouders is er ook nog de staat, zijn er de oversten. Kan de Paus de gehoorzaamheid aanbevelen? Bossuet, die een groot bisschop was, heeft geschreven: "Waar niemand commandeert, commanderen allen. Waar allen commanderen, commandeert niemand meer, maar de chaos". Soms ziet men ook in onze wereld iets dergelijks. Laten we daarom degenen die boven ons staan, eerbiedigen.

 

Vervolgens zijn er onze gelijken. Hier zij er gewoonlijk twee deugden te onderhouden: de rechtvaardigheid en de liefde.

 

Maar de liefde is de ziel van de rechtvaardigheid. Men moet de naaste liefhebben. De Heer heeft het ons op het hart gedrukt.

 

Ik beveel altijd de liefde aan, niet alleen in het grote maar ook in het kleine. In een boek van de Amerikaan Carnegie, getiteld "de kunst om vrienden te vinden", heb ik dit verhaaltje gelezen: Bij een dame waren vier mannen in huis: haar man, een broer en twee volwassen zoons. Zij alleen moest zorgen voor de inkopen, zij voor de was en het strijken, zij voor de keuken, zij voor alles. Op een zondag komen ze thuis. De tafel is gedekt voor het middageten, maar op tafel ligt er slechts een handvol hooi. O! De anderen protesteren en zeggen: "Wat, hooi!" En zij zegt: "Nee, alles is klaar gemaakt. Laat mij het jullie eens zeggen: ik zorg voor gevariëerd eten, ik houd jullie keurig gekleed, ik doe van alles. Nooit hebben jullie mij eens gezegd: ze heeft ons een fijn etentje klaar gemaakt. Maar zeg dan eens wat! Ik ben niet van steen. Je werkt met meer genoegen als er erkenning voor is. Dat is de liefde in het kleine. Bij ons thuis hebben wij allen wel iemand, die een complimentje verwacht."

Dan zijn er die kleiner zijn dan wij, er zijn de kinderen, de zieken, tenslotte zelfs de zondaars. Ik ben, als bisschop, heel nabij geweest ook bij hen, die niet geloven. Ik ben er toe gekomen om te denken, dat wat zij bestrijden, dikwijls, niet God is, maar het verkeerde idee, dat zij over God hebben. Hoeveel barmhartigheid is er nodig? En ook met hen die fouten begaan... Het is inderdaad nodig de juiste houding te hebben (ook) tegenover onszelf. Ik beperk mij ertoe om in het bijzonder aan te bevelen een deugd heel dierbaar aan de Heer: Hij heeft gezegd: 'Leert van mij, dat Ik zachtmoedig en nederig van harte ben'. Ik loop gevaar een dwaasheid te gaan zeggen, maar toch wil ik het zeggen: De Heer houdt zozeer van de nederigheid, dat Hij soms zware zonden toelaat. Waarom? Omdat zij, die zonden hebben begaan, later, met berouw, nederig blijven. Je hebt dan geen lust meer om te gaan denken, dat je een halve heilige, een halve engel bent, wanneer je je bewust bent grote fouten te hebben begaan.

 

De Heer heeft het zo dringend aanbevolen: weest nederig. Ook als je grote dingen hebt gedaan, zeg dan: we zijn maar onnutte knechten.

 

Daarentegen voelen wij in ons allen de neiging naar juist het tegenovergestelde: onszelf ten toon stellen. Nederig, nederig: dat is de christelijke deugd die onszelf aangaat.

 

Vrede in het Midden Oosten

Als u het mij toestaat, zou ik u willen uitnodigen u met mij te verenigen in mijn gebeden voor een intentie die mij bijzonder aan het hart gaat. Uit de pers en via de televisie hebt u gehoord, dat, vandaag, in Camp David, in de Verenigde Staten, een belangrijke ontmoeting begint tussen de leiders van Egypte, Israël en de Verenigde Staten om een oplossing te vinden voor het conflict in het Midden-Oosten. Dat conflict, waarover al meer dan 30 jaar gevochten wordt in het land van Jezus, heeft al zoveel slachtoffers gemaakt, zoveel leed gebracht, zowel onder de Arabieren als onder de Israëlieten, en als een kwaadaardige ziekte heeft het ook de nabuurlanden aangetast. Denk aan de Libanon, een gemarteld Libanon, door die crisis in verwarring gebracht. Daarvoor dus zou ik willen bidden, tesamen, voor het welslagen van de bijeenkomst in Camp David: dat deze besprekingen de weg mogen banen naar een rechtvaardige en volledige vrede. Een rechtvaardige, dat wil zeggen een die voldoening geeft aan alle partijen in dit conflict. Een volledige, die geen enkele kwestie onopgelost laat: het probleem van de Palestijnse bevolking, de veiligheid van Israël, de heilige stad Jeruzalem. Laat ons de Heer bidden Zijn licht te geven aan de verantwoordelijke personen van alle belanghebbende staten, dat zij een vooruitziende blik mogen hebben en moedig mogen zijn om de beslissingen te nemen, die rust en vrede moeten brengen in het Heilig Land en in de hele wereld van het Oosten.